Peuters

Men spreekt van een vertraagde spraak-taalontwikkeling wanneer uw kind in zijn taal duidelijk achterblijft bij leeftijdgenootjes. Uw kind spreekt (nog) niet of opvallend minder; uw kind spreekt in onvolledige, kromme zinnen; soms begrijpt uw kind niet goed wat er gezegd wordt. De meeste peuters spreken woorden nog onvolledig uit. De articulatie wordt steeds beter naarmate de taal zich verder ontwikkelt. Maar sommige kinderen blijven langer dan normaal uitspraakfouten maken. Dit kan de verstaanbaarheid zodanig beïnvloeden dat uw kind zich soms niet duidelijk kan maken.

Als uw kind boos of gefrustreerd raakt, omdat hij niet begrepen wordt, of als u twijfels hebt over de taalontwikkeling is het raadzaam om een logopedist te raadplegen.
Een vertraagde spraak-taalontwikkeling kan op verschillende manieren veroorzaakt worden. Een verminderd gehoor, sensorische informatieverwerkingsproblemen, het niet goed kunnen aansturen van de spraak-spieren of een verstandelijke beperking kunnen de spraak-taalontwikkeling belemmeren.

Mondmotoriek / Eet- en drinkproblemen
Als een baby of peuter een verstoorde sensibiliteit (gevoel) in en om zijn mond heeft, heeft dit gevolgen voor de ontwikkeling van de mondmotoriek. Het kind kan langer blijven kwijlen, het kauwen kan niet goed ontwikkelen, eten steeds in de mond proppen, snel kokhalzen, zich vaak verslikken of veel knoeien.
Zijn er bij het eten en drinken afwijkende bewegingen in het mondgebied, dan zal ’t kind ook proberen te gaan spreken met deze afwijkende bewegingspatronen.
Een eenvoudig voorbeeld is dat een interdentaal sprekend kind deze interdentaliteit meestal al voor het eerste levensjaar heeft laten zien bij het eten en drinken.
Als een kind te lang blijft duim- vinger- of speenzuigen heeft dit schadelijke gevolgen voor de stand van het gebit en de tongplaatsing.
Een kind dat te weinig ervaringen met de mond opdoet in de babyleeftijd moet deze ‘achterstand’ alsnog inhalen, de mond zal informatie blijven vragen zolang aan de behoefte niet voldaan is en er nog onvoldoende ervaringen zijn opgeslagen. De behandeling zal dan ook gericht zijn op het verbeteren van het gevoel in de mond en de mondmotorische functies.

Wat doet de logopedist?
De logopedist onderzoekt uitgebreid de spraak-taal, mondmotoriek en/of het eten-drinken van uw kind. Ook zal de logopedist u vragen naar de totale ontwikkeling van uw kind, om na te gaan waardoor de klacht veroorzaakt is. Tijdens de logopedische behandeling is het uitgangspunt, dat uw kind plezier heeft in de behandeling en op speelse wijze succeservaring opdoet. Er wordt gebruik gemaakt van spelmateriaal, speelgoed en ander interactief materiaal om de communicatie van uw kind te stimuleren. U krijgt adviezen en u wordt zoveel mogelijk betrokken bij de therapie.

Voor meer informatie verwijzen we naar het kader ‘links peuters’ op deze pagina.